New Decade Consultancy

Voor advocaten:
Samen de nieuwe koers bepalen!

Advocatie versus Kleos: appels en peren!

In oktober 2021 heeft Kleos voor de vierde maal haar onderzoek naar de Benchmark van de advocatuur gepubliceerd. In het Voorwoord op het rapport wordt gemeld dat de benchmark beoogt een tegenhanger te zijn van ‘de Stand van de Advocatuur’. Anders gezegd WoltersKluwer tegenover SDU.
Benchmarking is een methode voor ondernemingen om prestaties van gelijkaardige ondernemingen met elkaar te vergelijken. Benchmark betekent, vertaald uit het Engels: meetspijker.

Is Kleos een tegenhanger van Advocatie?

Vormt de publicatie van Kleos als ‘meetspijker’ ook werkelijk een tegenhanger? Het antwoord luidt ontkennend. Kleos baseert haar cijfers op een enquête onder de doelgroep, kleine en middelgrote advocatenkantoren (minder dan 30 fee-earners), terwijl Advocatie cijfers ontleent aan objectieve publicaties op websites van kantoren (aantallen fee-earners) en vooral op cijfers die gepubliceerd zijn bij de Kamer van Koophandel (vooral omzetcijfers). Vergelijking van de cijfers van Advocatie met die geproduceerd door Kleos is als zodanig niet mogelijk. Berekeningen en interpretaties zijn noodzakelijk.

Een reële en zinvolle vergelijking van de cijfers tussen de grote Nederlandse kantoren enerzijds en de geënquêteerde kleine en middelgrote advocatenkantoren anderzijds ontbreekt. Een voorbeeld mag dit verduidelijken. Een vergelijking op basis van wel bekende cijfers: de omzet van het grootste Nederlandse kantoor (De Brauw (DBBW)) is blijkens de cijfers van Advocatie meer dan 9 keer zo groot als bijvoorbeeld nummer 17 op de lijst (Van Benthem & Keulen (VBK)), terwijl laatstgenoemde volgens de uitgangspunten van Kleos zelfs nog niet in de groep middelgrote kantoren thuis hoort. De voor de hand liggende conclusie uit deze (willekeurige) vergelijking is dat DBBW een geheel andere praktijk heeft dan VBK. Een verdere rekensom leert dat de omzet per FTE bij DBBW bijna 2 maal zo groot is als de omzet bij VBK. Dat zegt iets over de hoogte van de gerealiseerde winst.

Wat leveren de cijfers op?

Natuurlijk is het interessant voor de advocaten van de kleine en middelgrote advocatenkantoren om te zien dat de genoteerde declarabele uren en de gerealiseerde tarieven niet te veel uit de pas lopen met die van de peers. Maar dit levert nog geen inzicht op in de werkelijke productiviteit en winstgevendheid van het kantoor. Daarvoor zijn meer gegevens nodig, gegevens die gedeeltelijk openbaar beschikbaar zijn.

Wat wel uit het door Kleos vermelde gegeven dat gemiddeld 5,2h per dag declarabel wordt geschreven, kan worden geconcludeerd, is dat de urennorm op de door Kleos geënquêteerde kantoren rond of iets onder de 1.200 uren per jaar ligt (1.200h : 220 dagen = 5,45h/dag). Het gerealiseerde aantal declarabele uren van omstreeks 1.200 uren op jaarbasis (uitgaande van minimaal 1.800 werkbare uren per jaar bij een 40-urige werkwerk) ligt een stuk lager dan op de vele Niche kantoren en de zogenaamde Zuid-as kantoren. Op die kantoren ligt de urennorm voor medewerkers en partners rond de 1.400 tot 1.500 uren op jaarbasis. Voor 1.400 uren per jaar moet per dag (220 werkbare dagen per jaar) 6,36 uur per dag geschreven worden. Ter vergelijking: In New York wordt van de fee-earners een prestatie verwacht van omstreeks 2.000 billabels per jaar. Daarbij zij aangetekend dat men aldaar per kwartier schrijft tegenover in West-Europa doorgaans per 6 minuten.

Winstprognose

Een vervolgberekening die op basis van de door Kleos geproduceerde data is te maken, is de gemiddelde omzet voor een kantoor van 20 FTE: 20 fte x 5,2h/dag x 220 dagen x € 225 = € 5.148.000 omzet per jaar. Uitgaande van een geschat kostenpercentage van 65% komt de winst dan uit op € 1.801.800. Indien de winst over zeven partners wordt verdeeld heeft ieder recht op een brutowinstuitkering (voor belastingen, AOV-premie, pensioendotatie, etc.) van € 257.400 (uitgaande van gelijke winstgerechtigheid).

Meeste vergelijkingen gaan mank

Een vergelijking puur en alleen gebaseerd op omzetcijfers, gerealiseerde declarabele uren per dag en regio gaat mank. Primaire vraag zou moeten zijn: in welke markt opereert het kantoor? Een indeling van de cijfers op die basis zou de markt - de cliënten - meer relevante informatie verschaffen bij de keuze van het voor hun specifieke probleem aan te zoeken kantoor.

Doorvragen zou meer informatie opleveren

Naast de vragen over de gerealiseerde tarieven wordt door Kleos een aantal vragen gesteld over de toekomst, bijvoorbeeld de wijze waarop de kantoren de komende jaren hun winst willen vergroten of welke processen zij willen verbeteren. Het antwoord is: uitbreiden klantportefeuille. Wat niet wordt gevraagd, maar wat wel interessant zou zijn, is bijvoorbeeld op welke wijze de kantoren de komende jaren hun klantportefeuille ter verbetering van de omzet en de winst willen uitbreiden. Daarmee zouden de advocaten gedwongen worden na te denken over hun Strategie, Positionering en Focus. Zonder behoorlijk plan zal er van uitbreiding van de klankportefeuille een moeizaam traject blijken.

Vraag is waarom noch Advocatie noch Kleos cijfers publiceren die veel dienstbaarder zouden zijn voor zowel de advocatuur als de markt. Advocatie zou veel meer kunnen proberen een indeling te maken in soorten kantoren die vergeleken worden. Bijvoorbeeld: wordt met name op de internationale markt geopereerd of is de praktijk in hoofdzaak regionaal (Nederland) gebonden? De Top-50 is nu een verzameling van Angelsaksische kantoren (waarvan de relevante cijfers ontbreken), Zuid-as kantoren en een veelheid van regionale kantoren. Rubricering zou veel kunnen verhelderen.

Kleos zou haar onderzoek naar de benchmark sterk kunnen verbeteren indien van de kleine en middelgrote kantoren de cijfers bij de Kamer van Koophandel worden opgevraagd. Dan kunnen bijvoorbeeld cijfers worden getoond die niet alleen de omzet laten zien, maar ook het aantal fee-earners, zodat de omzet per fee-earner kan worden berekend. Dat soort cijfers geeft werkelijk inzicht in productiviteit en winstgevendheid. Dat zou een relevante ‘meetspijker’ opleveren voor kantoren in het segment van kleine en middelgrote advocatenkantoren. Voor Kleos geldt ook nog dat de indeling in Niche en Full Service wellicht heroverweging behoeft. Full Service is een rekbaar begrip.

25 oktober 2021